-
1 put a slur upon someone
put a slur upon someone -
2 slur
n. klad, smet, vlek; koppelboog; woorden inslikken; boog (in muziek)--------v. licht of losjes heenlopen over; laten ineenvloeien, onduidelijk uitspreken (v. letters in de uitspraak); verdoezelen; slepen (muz.)slur1[ slə:] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 gemompel♦voorbeelden:put a slur upon someone • iemands reputatie schaden————————slur2〈werkwoord; slurred〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский